Brandmeldcentrale

Een brandmeldcentrale (afgekort als BMC) is een centrale waar alle signalen van rookmelders, handbrandmelders en andere beveiligingssensoren samenkomen. Met deze informatie kan de centrale een gepaste reactie voorzien. Zoals het activeren van de ontruimingssirenes (meestal slow-whoop signaal), sprinkler installatie, flitslichten, openen van nooduitgangen, enz. Ook wordt er in de meeste gevallen een alarmcentrale/meldkamer op de hoogte gebracht die eventueel de brandweer kan oproepen.

Brandmeldcentrales bevinden zich zowel in particuliere woningen als in industriële ondernemingen. Meestal is het zo dat bij particuliere gebouwen de rookmelders worden aangesloten op de inbraakcentrale deze bij brand de sirenes activeert en eventueel de alarmcentrale alarmeert.

Wie bepaalt nu precies wanneer een brandmeldcentrale vereist is?
Er zijn meestal twee eisende partijen een brandweer en een verzekeraar. De brandweer zet zich in voor de veilige ontvluchting van de mensen en de verzekeraar zet zich in voor het behoud van het gebouw en inventaris.

De brandweer bepaalt niet zelf wanneer en welke brandmeldcentrale er geplaatst moet worden. In de gemeentelijk bouwverordening staat wanneer en welk type brandmeldcentrale er geplaatst moet worden

Controle en onderhoud aan een brandmeldcentrale
Periodieke controle en onderhoud omvatten alle maatregelen die vereist zijn om de brandmeldinstallatie in paraatheid te houden. De norm NEN 2654 deel 1 geeft aan wanneer en welke controles moeten worden uitgevoerd.

Maandelijks moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
> Visuele controle
Een visuele controle van de brandmeldcentrale en de eventueel aanwezige nevenpanelen en/of brandweerpanelen.

> Het controleren van de doormeldfunctie voor brandmeldingen
Maandelijks moet worden gecontroleerd of een brandmelding ook daadwerkelijk op de brandweerpost (Regionale Alarm Centrale) wordt ontvangen. Het is noodzakelijk dat, voordat u deze controle uitvoert, de brandweerpost hierover wordt geïnformeerd.

> Het controleren van de doormeldfunctie voor storingsmeldingen
Storingsmeldingen van de brandmeldinstallatie moeten naar een 24 uur bezette post worden doorgemeld. In de regel worden storingen doorgemeld naar een particuliere alarmcentrale (PAC). Ook zijn er verschillende brandweerposten (RAC) die ook de storingsmeldingen van de brandmeldinstallatie
accepteren. Het is noodzakelijk dat, voordat u een controle van een storingsmelding uitvoert, u dit vooraf aan de betreffende PAC of RAC meldt.

Een controle kan worden uitgevoerd door met behulp van testgas een automatische rookmelder te activeren of door het breekglaasje van een handbrandmelder in te drukken. Voor bepaalde typen handbrandmelders zijn testsleutels leverbaar waarmee op eenvoudige wijze de handbrandmelder in alarm kan worden gebracht, zonder dat het glaasje breekt.

Comments are closed.